Er zijn drie auto's in de garage voor een opknapbeurt waaronder de Lada Niva
Jan,
mooiste en zwaarste stuk van de reis, voor het eerst sinds lang terug internet. En dus een erg lange tekst. Kazachstan was moordend voor onze auto's, maar binnen een uurtje is de Lada weer klaar voor de laatste 5000 kilometer. Opnieuw geen foto's, misschien lukt dat vannavond nog, anders waarschijnlijk pas als ik terug ben.
Astana-Aral
De steppe rondom Astana is in de jaren 60 omgepland naar akkerbouw.
Een huzaren campagne van de Sovjets, die maar gedeeltelijk geslaagd is. Dat zorgt voor een weinig spectaculaire rit. Een uitstekende snelweg, door vers omgeploegde akkers. Zo zagen we er nog deze reis.
Die snelweg schiet goed op en geeft ons wel de kans om even een lokaal cafeetje aan te doen, voor we onze wildkampeerplek opzoeken.
Wanneer we de volgende dag dieper het land intrekken blijkt de planning van de Sovjets toch niet helemaal te kloppen. We trekken langs halve spooksteden. Er wonen wel nog mensen in de huisjes, maar de grote sovjet blokken, waar in de jaren 60 de land'arbeiders'
woonden staan leeg. Net als enkele grote boerderijen, en de steppe woekert terug over Kruchevs maagdelijke velden. Enkel veeteelt is hier mogelijk. De ondergrond wordt zanderiger.
De volgende dag blijkt de weg vinden in Kazachstan nog een stuk lastiger dan in Rusland. In Rusland miste er de bewegwijzering, hier is heel de weg verdwenen. Het alternatief is veel leuker. Via waypoints op de gps en een weg zoeken dwars over de steppe. Urenlang volgen we enkel karrensporen die ons van dorpje tot dorpje voeren door een buitengewoon mooi steppenlandschap. We krijgen ook de eerste kamelen van de reis te zien. Het is pure zonde wanneer we de weg uiteindelijk terug vinden. Die is zoals zo vaak in Kazachstan lastiger te berijden dan de karresporen door de steppe. Voor Arral gaat de steppe langzaam over in onvervalste woestijn.
Aral - Turkmeense Grens
Aral zelf is een aardig provincie stadje. 40 jaar geleden was het een vissers haven aan de rand van het Aralmeer, maar de sovjets hadden andere plannen met het water in het meer, en nu ligt Aral op kilometers van het opdrogende meer. Het heeft de stad er niet onder gekregen. Wel armoede, maar geen miserie in Aral. Toch niet voor de Kazakken. Voor de hekkensluiters begint de miserie bij het uitrijden van de stad, wanneer we alweer de geplande weg nergens kunnen ontdekken. En het wordt er niet beter op. Wanneer we uiteindelijk in de juiste richting weg geraken uit de stad, valt opnieuw de koppeling weg bij de Lada. De diagnose is snel gemaakt, een verbrande koppeling net als voor Moskou. De Niva wordt voor de tweede keer deze reis naar een garage gesleept. Garage Islam boezemt niet veel vertrouwen in, een schuurtje met een put, en motorblokken die in het zand liggen te wachten tot ze opnieuw in een oude mercedes kunnen ingebouwd worden.
Islam zelf, boezemt wel vertrouwen in. In geen tijd, en met niet meer dan een moersleutel heeft hij de bak van onder de Niva gesleuteld. Al snel blijkt dat er niks mis is met de koppeling van de Niva. Wat het probleem juist was kon Islam ons niet duidelijk maken met gebaren.
Iets met de tussenbak. Een sms naar Jan Broes leert dat die misschien gewoon in zijn vrij is gesprongen. De dag is niet geheel verloren, want onder de auto valt het op dat 1 van de schokbrekers vooraan olie lekt. Wanneer we horen dat een schokbreker in kazachstan maar 10 euro kost, beslissen we de Niva maar direct van 4 nieuwe exemplaren te voorzien. Het is een investering die zich quasi direct zal terugbetalen, wanneer we in de namiddag opnieuw vertrekken, om langs de oevers van het Aralmeer naar Turkmenistan te vertrekken.
Op de kaart ziet de weg er OK uit, in praktijk is de weg een bijna onmogelijk wielspoor, dat van aangedrukte aarde over gaat in mul zand om uiteindelijk onder een zandduin te verdwijnen in een afgelegen dorpje aan de oevers van het Aralmeer. De paar inwoners van het dorpje zijn verrast om ons te zien. We zitten erg ver weg van de gebaande toeristische wegen. Enkel Geert, Paula en ikzelf durven het aan om uit de aangerukte emmer kameelmelk te drinken. In kilometers en breedte graden zijn we al aan het terugrijden naar Nederland, maar verder weg van huis zaten we nooit. Pure magie. We rijden verder op waypoints over de opgedroogde bodem van het meer, maar er kruipt twijfel in de groep. We hebben maar een 3 daags visum voor Turkmenistan, en dus moeten we binnen de drie dagen de turkmeense grensovergang bereiken.
800 kilometer van Aral, zonder degelijke weg tussen de twee plaatsen.
We beslissen die avond om terug te keren, en om te rijden via hoofdwegen. Een rit van ongeveer 1800 kilometer, te rijden op 3 dagen tijd. Het is een gok, want er is geen enkele garantie dat hoofdwegen in Kazachstan vlot te berijden zijn. Maar het is een kleinere gok dan binnendoor te gaan, waar we volledig op onszelf zouden zijn aangewezen wanneer er iets misloopt.
De drie dagen naar de Turkmeense grens worden op een manier een hoogtepunt van de challenge. We rijden 16 uur per dag, letterlijk tussen zonsopgang en zonsondergang, over de slechts denkbare wegen.
Zwaar voor ons, maar vooral zwaar voor de auto's. De enigste wegen in België die je qua 'sloop' eigenschappen kan vergelijken met de wegen waar wij kilometers over moeten maken zijn kasseistroken. (slecht onderhouden kasseistroken, en dat meer dan 1000 kilometer lang) De eerste wagen met problemen, is de Mitsubishi van Nieltje en Olivier.
Schakelen gaat per kilometer lastiger. De werkcilinder en misschien zelfs de volledige koppelingsset moet vervangen worden, maar de enigste manier om hier aan Pajero onderdelen te komen, is ze via DHL te laten invliegen. Tijd die we door het Turkmeens transitvisum niet hebben, en dus moeten ze doorrijden, en proberen zo weinig mogelijk te schakelen. Quasi onmogelijk op wegen die alleen verschillen op de manier waarop ze dramatisch slecht zijn. Kilometers wasbord wisselen af met een asfaltweg die in geen 20 jaar is overhouden en dus niks meer is dan een aaneenschakeling van gaten die elk in staat zijn om een wiel van onder je wagen te knallen. Enig alternatief zijn de zandwegen die parallel lopen met de hoofdweg, maar die op hun beurt bestaan uit een aaneenschakeling van bulten en kuilen. De tweede wagen met serieuze problemen is de Opel Monterey (een rebadge van een Isusu
Trooper) Eerst trilt de bullbar letterlijk los van de voor bumper, dan zakt het bakbeest door zijn achter schokdempers. Zonder schokdempers valt vervolgens de onder beschermplaat onder de motor naar beneden, die tot overmaat van ramp onthult dat de voorste chassisbalk helemaal doormidden is gescheurd. Tot slot scheurt ook de brandstoftank los op de Kazachstaanse horrorwegen. Raymond en Pascal binden hun auto letterlijk terug aan elkaar met spanbanden en ijzerdraad. Halen Nieltje en Olivier de Turkmeense grens door te schakelen door de motor uit te zetten, dan moeten Raymond en Pascal om de zoveel kilometer onder de Trooper kruipen om een ijzerdraad bij te steken of aan te spannen.
Ook de Lada geraakt niet zonder de nodige problemen aan de Turkmeense grens. Eerst valt de knalpot van onder de auto. Die was al niet in geweldige conditie en werd al niet meer ondersteund door de trekhaak die we in Rusland achter lieten. Maar dan krijgt het dakrek een klap te veel, en knalt het met daktent en al boven op het dak van de Niva.
Een daktent vervoeren zonder dakrek is niet mogelijk en dus moeten we de pijnlijke keuze maken om de nog zo goed als nieuwe daktent achter te laten. Ondertussen begint de versnellingsbak lastig te doen. Op die paar stukken waar je de auto in zijn 4 kan zetten, springt de pook terug naar zijn vrij. We kunnen rijden, maar het geeft geen vertrouwen. Tot slot, breekt er ook de rechter achterveer van de Niva af, op een goede 500 kilometer van de grens. Wisselstukken zijn hier zelfs voor een Niva niet meer te vinden, maar de Kazachen durven herstellingen waarvan onze techniekers denken dat ze onmogelijk zijn.
De veer wordt terug aan elkaar gelast in een garage die zo klein is dat ze niet eens een eigen krik of kruissleutel hebben. We duimen dat de herstelling het nog 500 kilometer horrorwegen gaat volhouden.
Kazachstaan zwaait ons nog op een spectaculaire mannier uit, wanneer we dicht bij de Kaspische kust een adembenemend mooie afdaling maken, terug richtig bewoonde wereld. Het is zo een mooi land kazachstan, maar zo slopend voor je auto.
Uiteindelijk staan alle wagens op afspraak aan de Turkmeense grens. Op de dag dat ons visum in gaat, 50 minuten voor de grens opent.
Turkmenbashi-Baku
Het is moeilijk om Turkmenen serieus te nemen. In elke kamer, in elk officieel gebouw zie je een statie portret van de dictator. En we zien veel officiële gebouwen. Op de dikke 200 kilometer die we door het land rijden krijgen we tot 4 keer toe te maken met controle posten, waar mannen met sterretjes op hun schouders en belachelijk grote petten op hun hoofd de gegevens uit ons paspoort overpennen in schriftjes met ruitjespapier. Turkmenbashi imponeert drie kilometer lang. We rijden over een spiksplinternieuwe snelweg, met zilverkleurige lantaren palen, brede wandelpromenades er langs en groene struiken in de middenberm, naast enkele hypermoderne torengebouwen. Tot we door hebben dat de snelweg ons niet naar de haven voert, en we hem verlaten. In geen tijd staan we tussen de uitgeleefde sovjetflats, slecht onderhouden asfaltwegen en stof. We worden er geholpen door een erg vriendelijk koppel, maar wanneer blijkt dat en de veerboot al vertrokken is, en het 4 sterrenhotel in de stad is volgeboekt, riekt het koppel dollars. Onze veerbootdollars.
Uiteindelijk laten we ons overhalen om bij hun moeder de nacht door te brengen. Tegen 30 dollar de man, op onze eigen matjes. We worden gerold, maar veel alternatieven zijn er niet, en de warme douche doet deugd na drie dagen Kazachstan.
De volgende dag kunnen we na uren wachten de veerboot op. De overzet Turkminbashi-Baku staat gekend als een van de minst comfortabele ter wereld, maar dat valt erg mee na meer dan 4 weken sovjet challenge.
Matrassen met gaten in, toiletten die niet doorspoelen, muggen die alles opeten waar ze op kunnen landen, we kijken er niet meer van op.
Bovendien is er zowaar een bar op het schip, waar wij de enigste klanten zijn. Het vrachtschip vervoert alleen treinwagons, vijf terreinwagens en ons als enigste passagiers. Door het lange wachten voor we konden inschepen, slapen we een flink deel door de 18uur durende reis. Wanneer we wakker worden kunnen we in de verte Baku al zien liggen. Een stad van 3 miljoen mensen, die een van de grootste verrassingen van de reis wordt.
De Azerbeidzjaanse douane is lachwekkend bureaucratisch, en we verspillen uren omdat een depressieve ambtenaar eerst enkele uren middagpauze wou nemen. We leren er wel 2 zwitsers kennen, die 5 jaar geleden al hun bezittingen hebben verkocht, en nu op hun fiets door de wereld trekken. Ze geven ons het adres van een hostel in de oude stad van Baku, waar we de volgende drie nachten gaan doorbrengen.
Dag twee in Baku rijden we de Pajero, de Opel en onze Lada naar de garage van Nico en zijn vader, waar ze een welverdiend onderhoud krijgen. Voor de Lada staan op het programma: Een nieuwe uitlaat, nieuwe achter veren, revisie van de versnellingsbak, een nieuwe thermostaat, hier en daar wat verse olie, het lassen van een afgescheurde stabilisatiestang (pas gezien als de auto op de brug
stond) het herstellen van het linkerraam, dat door het Kazachs stof blokkeerde, en een nieuwe kabel voor de motorkap, die je alleen met veel sleuren nog open krijgt. Gelukkig zijn Lada onderdelen niet duur in Azerbeidzjan. Azeries zijn buitengewoon vriendelijke mensen, die vooral op straat leven, en dus zonder probleem bij ons komen zitten praten terwijl we op de herstellingen wachten. We zien weinig van het fantastische Baku, maar des te meer van de Azerisch die in de stad wonen.
--
Jan Bockaert
Keer terug naar Met een Niva door de voormalige USSR
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 1 gast